Alle goederen van een meerderjarige kunnen onder bewind worden gesteld. Onder goederen wordt verstaan: banksaldo, loon, pensioen, uitkering, maar ook meubilair, sieraden, onroerende zaken, effecten, vorderingen en schulden. De kantonrechter kan, afhankelijk van de situatie, besluiten om slechts een gedeelte van de goederen onder bewind te stellen, bijvoorbeeld alleen het spaartegoed of onroerend goed.